Woningbouw valt dit jaar flink terug: ’Toch zijn de vooruitzichten beter’

De cijfers staan in de jaarlijkse Staat van de Volkshuisvesting, die Keijzer maandag naar de Tweede Kamer stuurde. „Door betere economische omstandigheden zal de woningbouw de komende jaren weer aantrekken. Het doel van 100.000 nieuwe woningen per jaar komt zo in zicht”, klinkt het optimistisch, ondanks de stikstofproblematiek en het gebrek aan interesse bij beleggers om te investeren in huurwoningen.

’Absolute wil’

„We bouwen helaas nog niet het aantal woningen dat nodig is en de woningnood blijft groot. Toch zijn de vooruitzichten beter”, stelt Keijzer. ,,Zo hebben we nieuwe gebieden aangewezen voor grootschalige woningbouw, schrappen we regels en procedures om sneller te bouwen en realiseren we nieuwe woningen door bestaande bouw beter te benutten.”

Keijzer put ook hoop uit de ’absolute wil’ die zij ziet bij alle betrokken partijen – Rijk, overheden, corporaties, markt – om uit de woningnood te komen. „En dat is nodig ook. Want alleen samen kunnen we bouwen aan de toekomst van alle Nederlanders die op een huis wachten.” 

Het gebrek aan belangstelling bij beleggers blijkt onder meer uit het vrijwel geheel opdrogen van buitenlandse investeringen in Nederlandse huurwoningen vanwege nieuwe huurwetten en hogere belastingen. Projecten stranden ook nogal eens op de eis dat twee derde van de woningen betaalbaar moet zijn, geven ontwikkelaars aan. De resterende woningen moeten het onrendabele betaalbare deel ’subsidiëren’ en dat lukt vaak niet.

Provincies hebben voor de periode van 2025 tot en met 2030 wel plannen gemaakt voor 930.400 woningen, blijkt uit het maandag gepresenteerde rapport. Landelijk zijn er volgens het ministerie voldoende bouwplannen om 100.000 nieuwe woningen per jaar te bouwen.

Beter benutten

Naast nieuwbouw is de bedoeling dat 16 procent van de woningbouwopgave wordt gerealiseerd door het beter benutten van bestaande gebouwen. Dat moet bijvoorbeeld gebeuren via transformaties, optoppen en woningen splitsen. „De potentie hiervan is groot”, aldus de opstellers van het rapport.

Dit terwijl vorige maand uit cijfers van het CBS juist bleek dat de transformatie stokt. Dit jaar levert het ombouwen van lege kantoren en winkelpanden slechts 6000 woningen op, de helft van wat zes jaar geleden werd opgeleverd. Volgens de vastgoedsector zijn er niet zoveel geschikte panden meer.

Volgens de Staat van de Volkshuisvesting kampen minder huurders met een te hoge huur ten opzichte van het inkomen. Dit percentage is gedaald van 8 naar 5,6 procent, aldus het rapport. Dat is te danken aan huurverlagingen en hogere lonen. Huurders van een corporatiewoning zijn 30 procent van hun inkomen kwijt aan huur en bijkomende woonlasten, voor huurders in de vrije sector is dit bijna 48 procent.

Het aandeel aardgasvrije woningen is toegenomen naar 11 procent. Het aandeel woningen met de slechte energielabels E, F en G is afgenomen naar 15 procent.