Zijn loopbaan had allang een andere wending genomen – en toch werd Hans Otjes nog menigmaal herkend als de man die furore maakte met gastrollen in de kinderseries Kunt u mij de weg naar Hamelen vertellen, meneer?, Bassie & Adriaan, en de rolletjes die hij in de jaren tachtig speelde in de theater- en tv-shows van André van Duin. Maar in zijn latere jaren was hij wegens een zwakke gezondheid nauwelijks meer in staat om nog te werken. „Er is een ruïne van me overgebleven”, zei hij in 2023 in het blad Story. „Het is een wonder dat ik er nog ben.”
Na een lang ziekbed is Hans Otjes maandag 8 december overleden. Hij was 78 jaar.
Hij werd in 1947 in Amsterdam geboren als zoon van een kruidenier. Al op jeugdige leeftijd raakte hij in de ban van Toon Hermans en wilde zelf ook cabaretier worden. Na enkele omzwervingen – eerst als timmerman en daarna twee jaar lang als tekenaar op een architectenbureau – besloot hij in 1969 de stap naar het theater te maken. Hij maakte cabareteske programma’s met absurdistische trekjes. Maar die waren niet succesvol genoeg voor een continue carrière.
Hans Otjes bleef er al die tijd naar uitzien dat hij ooit weer een comeback als cabaretsolist zou kunnen maken
Revues met André van Duin
De redding kwam in 1984, toen Joop van den Ende hem als tweede komiek engageerde voor de tv-shows en de theaterrevues rondom André van Duin. Hun samenwerking duurde vijf jaar. Het was bewonderenswaardig hoe vanzelfsprekend Otjes – met zijn droefgeestige clownshoofd en olijke krullenbol – overeind bleef tussen Van Duin en diens gedienstige aangever Frans van Dusschoten. In de revues hadden ze alle drie hun eigen functie, luidde hun devies – en niemand was ermee gediend de balans van de voorstelling te verstoren door zelf ten koste van de anderen te veel op de voorgrond te treden. Hun onderlinge teamgeest bleek onder meer toen Van Duin voor zijn collega een carnavalslied schreef (‘Ik ben toch zo ontzettend moei’), dat echter geen hit werd.
Toch bleef Hans Otjes er al die tijd naar uitzien dat hij ooit weer een comeback als cabaretsolist zou kunnen maken. „Ik blijf hunkeren naar een stuk erkenning”, zei hij destijds in het AD. „Dat knaagt en dat doet vaak een beetje pijn.”
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/12/10174442/101225CUL_2026732512_Hans-Otjes-2.jpg)
Hans Otjes en André van Duin.
Foto Nederlands Instituut voor Beeld en GeluidBurn-out
In het najaar van 1990 werd hij getroffen door een burn-out. Ook onderging hij drie stembandoperaties. Veel meer dan enkele bijrolletjes kon hij sindsdien niet meer spelen. Wel vond hij nog emplooi als stemacteur voor de nasynchronisatie van tv-series en bioscoopfilms. Totdat zijn chronische vermoeidheid hem op het pad van regressietherapeut en paragnost Jan A. Kleyn bracht. Daar had hij zo veel baat bij dat hij besloot ook zelf een praktijk op dat gebied te beginnen. Maar in 2010 moest hij die praktijk beëindigen, omdat de vermoeidheid opnieuw toesloeg. Hij voelde zich „totaal versleten”, schreef hij in het voorwoord van een van Kleyns boeken.
De journalistieke principes van NRC

/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/12/11154718/111225MID_2026867771_1.jpg)
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/12/11121755/111225ECO_2026799411_.jpg)
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/12/11164958/111225VER_2026867792_XR.jpg)





English (US) ·