De Brabantse groothandelaar verkoopt liever een kerstboom dan een blikje cola

10 uren geleden 1

De telefoon gaat terwijl Kees Poppelaars over de Autobahn rijdt na een bezoek aan zijn Deense kerstbomenkweker. Hij neemt handsfree op. „Poppelaars!” „Dag, kan ik bij u een grote kerstboom kopen?”, vraagt een vrouw. „Zeker. Hoe groot? Een meter of tien?”, wil Poppelaars weten. „Nou, drie meter of zo”, is het antwoord. „Kom maar langs”, zegt Poppelaars. „Dan kun je er een uitkiezen.”   

Naast het laad- en losterrein van zijn groothandel in kerstbomen, aan de rand van Breda, heeft Poppelaars een relatief bescheiden kwekerij met kerstbomen. De grotere bomen oogst hij hier zelf. „Als je ze laat groeien, worden ze vanzelf mooi”, zegt hij tijdens een korte rondleiding per tractor op zijn terrein. Er staan grote en kleinere bomen, op sommige stukken groeit er hoog gras tussen. „Dit is toch echt een bos. Hier zie je vaak reeën.”  

Lees ook deel 1:

600.000 kerstbomen omzagen? Dat is geen werk, dat is hobby, zegt de Deense kweker

Kerstbomenkwekerij Global Nature Trees in het Deense Ry, waar jaarlijks zo'n 600.000 bomen worden omgezaagd.

De handel in deze grotere, zelfgekweekte bomen is voor Poppelaars bijzaak. Jaarlijks oogst hij er misschien een paar honderd op het perceel van vier hectare. De echte zaken zijn de bomen die hij vooral uit Denemarken importeert. Begin december is de grote drukte bij de groothandel al achter de rug. „Er staat bijna niks meer,” zegt hij terwijl hij over het opslagterrein loopt. Op de paar overgebleven pallets liggen hooguit vier-, vijfduizend bomen, rekent hij snel uit. Een deel gaat naar het Winterparadijs in de RAI in Amsterdam, de andere bomen raakt hij ook nog wel kwijt.

De afgelopen weken kwamen tussen de 140 en 150 vrachtwagens vol bomen aan. Hoeveel bomen dat precies waren, wil hij niet kwijt. Maar in een vrachtwagen passen er al snel een kleine duizend. „Ik word van iedere vracht gelukkig.”   

Poppelaars (l) begon met kerstbomen omdat zijn oma een veld met bomen had staan.

Poppelaars (l) begon met kerstbomen omdat zijn oma een veld met bomen had staan.

Foto Merlin Daleman

Poppelaars is een echte groothandelaar. Hij heeft ook een tuincentrum, maar daar „moet je mij niet neerzetten”. „Dan krijg ik ruzie met de klanten. Liever een kleine groothandel dan een grote kleinhandel”, is zijn motto.

Partijen inkopen en doorverkopen, dat ligt hem meer. Het assortiment is de laatste jaren uitgebreid, omdat de regels soepeler zijn geworden, legt hij uit. Vandaar dat in tuincentra en bouwmarkten allerlei spullen te koop zijn die vroeger voorbehouden waren aan de supermarkt: wasmiddel, toiletpapier, frisdrank, chocolaatjes. Toch is er voor hem een verschil met de kerstbomenhandel en deze goederen. „Ik kan ook wel een blikje cola verkopen, maar dat zegt me verder niets.” 

Met de kerstbomen begon hij omdat zijn oma, die hier ook in de buurt woonde, een veld met bomen had staan. „Van die oude Picea abies [fijnspar].” Die werden veel als kerstboom gebruikt voordat de Nordmannspar die verdrong. Zijn broer mocht ze verkopen. „Zo is dat met tachtig boompjes begonnen.” Kees Poppelaars zat destijds bij de VN-missie in Libanon, bij Dutchbatt. Toen hij terugkwam, begon hij een tuincentrum en ging hij op zoek naar kerstbomen. Eerst in de buurt, later in de Ardennen, waar ze de bomen nog zelf moesten omzagen.

Begin jaren negentig ging hij voor het eerst naar Denemarken, met zijn broer. „We spraken wel Engels, maar geen Deens. We zijn naar Aarhus gereden, waar we een Gouden Gids hebben gekocht. Aan een serveerster vroegen we: ‘Wat is een kerstboom in het Deens?’ Dat bleek te zijn. ‘En wat is een kwekerij?’ Dat was planteskole. In de Gouden Gids hebben we gezocht naar planteskole die ook juletreen kweekten – dus kerstbomenkwekerijen. Die hebben we op de landkaart aangestipt. Zo kwamen we in een gebied waar we tot op de dag van vandaag nog zakendoen.”

Nederlanders kopen, vergeleken met Duitsers, weinig kerstbomen. 150 per 1.000 inwoners, zo becijferde de Rabobank in 2022.

Foto Merlin Daleman

Plastic rozen

Ieder jaar worden volgens de Nederlandse vereniging van Kerstbomenkwekers 3 tot 3,5 miljoen kerstbomen verkocht. Echt harde cijfers zijn er niet van, zegt voorzitter Gerard Krol. Hij gaat ervan uit dat 35 tot 40 procent van de 8 miljoen huishoudens een kerstboom heeft staan. „We zien bij de jeugd een keuze voor de echte boom”, zegt Krol.  

De helft van de in Nederland verkochte bomen komt uit Nederland, de rest vooral uit Denemarken en Duitsland. Nederlandse kwekers leveren met name kleinere bomen en bomen in pot, de grotere Nordmannspar komt voor 90 procent uit Duitsland en Denemarken. Volgens een onderzoekje van de Rabobank uit 2022 worden in Nederland relatief weinig kerstbomen verkocht: nog geen 150 per 1.000 inwoners. In Duitsland zijn het er 375 per 1.000 inwoners. Daar plaatst een huishouden vaak meer kerstbomen. In Duitsland hebben de 30 miljoen verkochte kerstbomen een verkoopwaarde van 750 miljoen euro, aldus de Rabobank.

De Rabobank meldde ook dat de plastic kerstboom „op zijn retour” lijkt. Dat is goed nieuws voor de kerstbomenkwekers, want als er iets is waar zij een hekel aan hebben, is het de kunstkerstboom. „Je geeft je geliefde toch ook geen plastic rozen”, zegt voorzitter Krol van de kerstbomenkwekersvereniging.  

Je geeft je geliefde toch ook geen plastic rozen

De kwekers zijn ervan overtuigd dat de plastic kerstboom een stuk vervuilender is. Kees Poppelaars ook. „Een plastic bekertje kan je recyclen. Een kunstkerstboom niet”, zegt hij in de keet op zijn laad- en losterrein, waar zijn dochter Winny de logistiek regelt. Een kunstkerstboom met diverse soorten plastic en metaal valt alleen maar te verbranden, zegt hij.  

Wat hem bijzonder stoort, is dat kenniscentrum Milieu Centraal de kunstkerstboom even hoog waardeert als de echte boom. „Je kunt toch nooit een plastic boom verdedigen als je van het milieu bent?”  

Op haar website schrijft Milieu Centraal: „Het is niet bekend wat beter is voor het milieu: een echte kerstboom of een kunstkerstboom.” Dat komt omdat de effecten van kweek, productie en gebruik lastig te vergelijken zijn. „Er zijn bij beide typen milieuproblemen”, zegt Sanne Janssen van Milieu Centraal. Bij de kweek speelt het gebruik van grond, water, bestrijdingsmiddelen en kunstmest mee. Bij de productie van plastic kerstbomen worden fossiele grondstoffen en metaal gebruikt.  

De helft van de in Nederland verkochte bomen komt uit Nederland

De helft van de in Nederland verkochte bomen komt uit Nederland

Foto Merlin Daleman

Voor de echte boom zijn duurzame opties huren, adopteren of terugplanten van een boom met kluit. Op die manier wordt de boom niet eenmalig gebruikt, maar gaat hij na de kerstdagen terug de grond in. Voor  kunstkerstbomen is het meest duurzaam er zo lang mogelijk mee doen, en zo mogelijk een tweedehands exemplaar kopen. „We kunnen niet zeggen dat een kunstkerstboom slechter is, bijvoorbeeld als je er geen twintig of dertig jaar mee doet. We kunnen daar niet een precies aantal jaren op plakken.” Omdat vergelijken dus lastig is, kan Milieu Centraal niet zeggen wat de beste optie voor het milieu is.  

In ieder geval is het goed de boom dicht bij huis te kopen. En dan is er het nog het gebruik ín huis. Hang er geen ouderwetse gloeilampen in, maar led-lampjes, tipt Milieu Centraal. Laat ook die niet dag en nacht branden. Een weggegooide echte boom kan worden gecomposteerd of versnipperd. De afgedankte houten of plastic variant kan ook in een afvalenergiecentrale worden gebruikt om elektriciteit op te wekken. Verbranding van de (kunst-)kerstboom daar levert volgens Milieu Centraal amper milieubelasting op.  

Containers 

Kees Poppelaars mag dan fel zijn over de kunstkerstboom, hij is en blijft zakenman. Containers vol kunstbomen heeft hij uit China gehaald. Hij is daar, jaren geleden, in de fabrieken geweest, voor een inkoopgroep van tuincentra. „Je bent ondernemer en je moet geld verdienen. Je moet ook de bakker betalen.”  Zelf verkoopt hij amper meer kunstkerstbomen. „Maar er zal altijd vraag naar blijven.”

Dan gaat hij weer aan het werk. Er is deze woensdagochtend begin december nog één vrachtwagen in te laden. Poppelaars stapt in de shovel met een vork voorop, en laadt drie pallets in. Met een van de tanden van de vork geeft hij een duwtje tegen een ingeladen pallet zodat die precies goed staat. In een paar minuten is het klusje geklaard. Winny overhandigt de vrachtbrief aan de chauffeur en dan kan een van de laatste ladingen kerstbomen van dit seizoen vertrekken. 

Kees Poppelaars is ervan overtuigd dat de plastic kerstboom een stuk vervuilender is. Hij verkoopt ze wel.

Kees Poppelaars is ervan overtuigd dat de plastic kerstboom een stuk vervuilender is. Hij verkoopt ze wel.

Foto Merlin Daleman
De journalistieke principes van NRC
Lees het hele artikel