Verlies

1 dag geleden 3

Het zijn de donkere dagen voor kerst, en dat zijn momenten dat veel mensen een beetje melancholisch worden. Of natuurlijk op vakantie naar Ibiza gaan, maar die zullen dit stukje wel niet lezen. Zelf ben ik altijd onder de indruk van Eeuwigheidszondag, de laatste zondag van het kerkelijk jaar waar de namen van de dit jaar ontslapenen worden voorgelezen (dus niet Allerzielen, dat is de herdenkdag van alle gestorven zielen in het algemeen). Op zo’n moment van stilte word je geconfronteerd met de concrete aanwezigheid van iets waar we vaak aan voorbij rennen: het besef van verlies. Laten we daar ook in deze column bij stilstaan. Niet het minst omdat de Berlijnse socioloog Andreas Reckwitz daar een prachtig boek over heeft geschreven (niet heel verrassend getiteld Verlust) dat onlangs in een opmerkelijk goede Nederlandse vertaling is uitgekomen (Verlies).

Wat maakt verlies zo’n interessant en complex fenomeen? Volgens Reckwitz, die dit afgelopen donderdag in Amsterdam bij het Duitsland Instituut uitlegde, omdat het iets zegt over ons begrip van tijd, ons begrip van zingeving en narrativiteit en omdat het iets doet met onze emoties.

Eerst de emoties. Stel, ik geef u honderd euro voor een goed antwoord, maar daarna pak ik vijftig euro af voor een fout antwoord. Of, we doen het andersom, ik geef u vijftig euro voor een goed antwoord, en bij het foute krijgt u niets. U heeft precies hetzelfde gedaan (twee vragen beantwoord), en houdt precies evenveel geld eraan over (vijftig euro). Toch zult u in het tweede geval blijer zijn dan in het eerste. Of erger nog: in de eerste situatie bent u misschien zelfs boos. Dit is wat we loss aversion noemen. Mensen raken meer van slag door wat ze verliezen, dan dat ze blij worden door wat ze krijgen, en, het gaat nog verder: mensen komen ook sneller in actie om verlies te voorkomen of te repareren, dan om iets te winnen.

Dan de zingeving, of de ‘narrativiteit’, zoals Reckwitz het noemt. Verlies is de drijvende kracht achter de onrust en de dynamiek van onze tijd, vindt Reckwitz. In Verlust legt hij uit dat dat zo is, waarom dat zo is en waarom het niet goed is dat we ons daar veel te weinig van bewust zijn. Die onrust en dynamiek ziet Reckwitz aan alle kanten van het politieke spectrum. Hij haalt de grote protesten tegen de teloorgang van de biodiversiteit aan. Hij definieert het succes van rechtspopulisten ook als verzet tegen ervaringen van verlies. Hij ontwaart de angst voor verlies in de demonstraties tegen de anticovidmaatregelen, waardoor mensen hun autonomie en controle verloren. En inderdaad, de voorbeelden die hij benoemt, zijn ook hier te lande volledig herkenbaar. ‘Ze willen jullie land afpakken’, dat was een van de slogans waarmee de BBB eertijds de verkiezingscampagnes startte. ‘Ze willen jullie omvolken’, suggereerden rechtspopulisten in de gelederen van PVV en FvD. En de SP waarschuwde de aanhang: ‘Ze willen de Wet Sociale Werkvoorziening afschaffen’. Kortom, in actie komen tegen echt of vermeend verlies kan een effectieve mobilisator zijn. En volgens Reckwitz zijn het inderdaad de rechtspopulisten die er als geen ander in slagen de woede, frustratie en radeloosheid (het ‘afgehaakt zijn’, noemen we dat in Nederland ook wel) te vertalen in narratieven van verzet en protest. ‘Het zijn de elites die jullie land/bushaltes/Sinterklaas hebben afgepakt.’

Dat is op zich geen nieuw inzicht, dat de mens an sich wordt voorgedreven door angst voor verlies. Sociaalpsychologen weten al sinds Freud dat mensen lijden onder die angst, die ten diepste terug te voeren is op besef van vergankelijkheid (volgens de Weense psycholoog getriggerd door onopgeloste conflicten in hun kindertijd). Sterker nog, in The Denial of Death (1973) stelt de cultureel antropoloog Ernest Becker dat de mens het enige zoogdier is dat zich bewust is van zijn sterfelijkheid en zijn hele leven met dat besef blijft worstelen.

Maar als die worsteling met verlies zo’n antropologische, psychologische en zelfs biologische constante is, waarom zou het dan nu pas een probleem zijn? We kunnen toch wel stellen dat de ervaring van en angst voor verlies de mensheid vanaf den beginne in beweging heeft gebracht, en dat die angst debet is aan zowel de meest verschrikkelijke oorlogen als de meest hartverscheurende gedichten en romans. En dichter bij huis, waarom zouden mensen zich nu meer zorgen over oorlog, werkloosheid of ziekte maken dan bijvoorbeeld een generatie eerder? Ik las onlangs het zeer overtuigende boek van de historicus Frank Bösch, Zeitenwende 1979: Als die Welt von heute begann. Bösch stelt dat de Duitse angst voor oorlog, islam, polarisatie, klimaatcrisis en algehele economische Abstieg toen al begon en misschien wel veel breder en heftiger gevoeld werd (Abstiegsangst, noemen de Duitsers dat op weergaloos Duitse wijze) dan nu.

Dat brengt me weer bij Reckwitz en bij Eeuwigheidszondag. Het ligt erg voor de hand, maar het is toch goed om dit eens in secuur, neutraal Duits sociologenproza uitgelegd te krijgen: het ligt niet alleen aan de concrete verliezen. Ja die zijn er. Maar wat veel nijpender is, is enerzijds het verlies van collectieve sjablonen (de historische rituelen en repertoires) om met die verliezen productief om te gaan en anderzijds de introductie van sjablonen die juist heel bewust het negatieve van verlies – schaamte, verontwaardiging, schuldtoewijzing aan derden en verbittering – mobiliseren.

Dat is de verliesparadox van de vooruitgang: we proberen onze verliezen te overschreeuwen met een radicaal vooruitgangsgeloof in steeds meer technologie, medische ingrepen en consumptiedrift, of juist met een krampachtig verdedigen van dat wat we nooit hadden. Vervolgens wordt dat echte of vermeende verlies als wapen in de politieke strijd ingezet. Daarom, aldus Reckwitz, is het tijd om niet langer „onbezonnen te vertrouwen op een verondersteld maar nooit werkelijk beschikbaar automatisme van de vooruitgang”, en moeten we leren „op het slappe koord te dansen nadat men in de afgrond heeft gekeken”.

Kortom, het is tijd om stil te zitten, niet te vluchten of vechten, maar – liever samen dan alleen – te herdenken wat ons is ontvallen dit jaar.

Waarom je NRC kan vertrouwen
Lees het hele artikel