Mikken met een bom

1 dag geleden 3

Twintig kernbommen liggen er in Volkel, misschien wel twee-en-twintig. De Volkelnaren weten het maar lachen erom. Sinds kort cirkelen er drones boven de bommen. Daar lachen ze ook om. Ze beseffen niet dat Volkel al jaren een primary target van de Russen is.

De Volkelse bommen maken deel uit van de vergelding die de Navo achter de hand houdt voor het geval de Russen onaangekondigd kernraketten deze kant opsturen. De opzet was altijd dat F-16’s de bommen dan snel naar het oosten zouden brengen vóór de raketten arriveerden, daar is ongeveer een kwartier de tijd voor. F-16-piloten stonden als het ware 24/7 met draaiende motoren en thermoskannen koffie klaar om uit te vliegen.

Inmiddels is de taak in handen van  F-35A’s. Die zijn met hun stealth-eigenschappen onzichtbaar voor de radar wat de kans flink vergroot dat ze behouden bij de vijand aankomen om daar de wederzijds gegarandeerde vernietiging, de mutually assured destruction, concreet te maken.

In Nederland liggen, zegt men, vooral kernbommen opgeslagen van het type B61-12. Dat zijn waterstofbommen met een instelbaar vermogen van 0,3 tot 50 kiloton TNT. De F-35A kan er twee tegelijk van vervoeren. Zwaartekrachtbommen, worden ze genoemd. Of: vrije val-bommen, wat leuker klinkt. Maar het zijn gewoon bommen die, als ze loskomen van het vliegtuig, aan zichzelf en de inwerking van zwaartekracht, wind en luchtweerstand worden overgelaten. Het zijn dumb bombs.

Nu hoef je met een kernbom ook niet zo precies te mikken, de Nagasaki-bom bijvoorbeeld (21 kiloton TNT) raakte door dwarswind 3 km uit de koers en was toch heel verwoestend, maar het klinkt vreemd nonchalant om ongeleide bommen voor de vergelding te gebruiken. Bedenk dat de F-35-piloten ervan moeten uitgaan dat het GPS-systeem is gehackt of verwoest en dat radiobakens tot zwijgen zijn gebracht. Wordt dat wel wat met die vergelding? De literatuur toont zich luchthartig: het Inertial Navigation System, dat steunt op gyroscopen en versnellingsmeters, is zeker zo goed als GPS. Alleen de windsnelheid is wat lastiger te bepalen, maar de targeting computer kán het. Het komt goed!

De buitenstaander die probeert mee te rekenen met de Volkelse vergeldingsactie stuit toch op een raar probleem. Voor het vliegbereik van de F-35A wordt een waarde van 2.175 kilometer opgegeven, net genoeg om vanuit Volkel Moskou te halen. ‘Droptanks’ zouden de range vergroten, maar die zijn er niet. Pijnlijker is dat de F-35-piloot ook niet hoeft te rekenen op bijtanken in de lucht. Tankvliegtuigen als de Stratotanker of Pegasus hebben geen stealth-eigenschappen en worden aan het begin van een kernoorlog subiet neergehaald. ‘Most NATO pilots accept there is little hope of realistic return’, schrijft Annie Jacobson in haar verontrustende  Nuclear War (Dutton, 2024). Terugvliegen is uitgesloten.

Waar je ook niet snel aan denkt is dat een kernbom die vanaf 10 km hoogte wordt afgeworpen, afhankelijk van zijn aerodynamica, een valtijd van wel 30 seconden of meer kan hebben. In die halve minuut heeft de aardrotatie het doelwit op onze geografische breedte bijna 9 km verplaatst. Daar moet zo’n targeting computer ook nog aan denken, al zal de verwerking van het windprofiel tussen vliegtuig en aardoppervlak lastiger zijn. Het is achteraf bezien een mirakel dat de bommen op Hiroshima en Nagasaki doel troffen, de richttoestellen (Norden bombsights) die in WOII gebruikt werden hadden geen goede reputatie. Toch zaten ze zó ingewikkeld in elkaar, compleet met analoge computers, dat je vandaag de dag nóg niet snapt hoe ze werkten.

Tekening van Britse Lancaster bommenwerpers die de Moehne dam aanvallen tijdens een historische aanval met ‘dambusters’ op 17 mei 1943.

Tekening van Britse Lancaster bommenwerpers die de Moehne dam aanvallen tijdens een historische aanval met ‘dambusters’ op 17 mei 1943.

PA Images via Getty Images

Merkwaardig veel simpeler hadden de Britse bommenrichters het toen ze in de nacht van 16 op 17 mei 1943 grote stuwdammen in West-Duitsland moesten opblazen. De Duitsers hadden de dammen onder water met torpedonetten tegen aanvallen beschermd. Maar de Engelse uitvinder Barnes Wallis ontwierp een reusachtige tonvormige bom die huppelend over het water  de netten ontweek tot hij tegen de dammen botste en daar ontplofte. De ‘bouncing bomb’ raakte alleen aan het huppelen als hij van maar 18 meter hoogte werd losgelaten en vooraf door een speciale motor ‘tegenspin’ had gekregen. Ook aan de afstand tot de dam werden strenge eisen gesteld.

Dit was geen werk voor de gangbare richttoestellen, maar de Britten vonden snel een oplossing. Zij monteerden onder de Lancaster-bommenwerpers twee schuin gerichte schijnwerpers die smalle lichtbundels op het water wierpen zó dat de lichtvlekken daarvan samenvielen als het vliegtuig  precies op 18 meter vloog.

De juiste afstand tot de dammen viel ook eenvoudig te bepalen. De dammen waren aan weerszijden voorzien van torens die 200 meter uit elkaar stonden. Stel dat je de bom op voorschrift van Wallis los moest laten zodra je de torens onder een hoek van 10 graden zag dan vond je het juiste moment met behulp van een triplex plaatje waarin twee spijkers waren geslagen die je óók onder een hoek van 10 graden zag als je het plaatje tegen het gezicht drukte. Je liet spijkers en torens optisch samenvallen en klaas was Kees.

Dit klonk te simpel om waar te zijn, daarom is afgelopen zondag de proef op de som genomen. De torens aan de ZW-zijde van het Rijksmuseum staan 35 meter uit elkaar en worden onder een hoek van 19,8 graden gezien als je er 100 meter voor staat. Dus twee spijkers in een plaatje karton gedrukt zodat je die onder een hoek van 19,8 graden zag als je het plaatje, met een uitsparing voor de neus, tegen de jukbeenderen drukte. Spijkers en torens laten samenvallen: de afstand kwam op 102 meter als de ‘liniaal’ van Google Earth precies is. Een klein gevoel van geluk op deze grauwe zondag.

Waarom je NRC kan vertrouwen
Lees het hele artikel