Meesterpianist Mikhail Pletnev volgt een slingerend pad en de herontdekking van de 91-jarige Milly Scott

11 uren geleden 1

De naam Pletnev kan verstokte pianofanaten verrukt doen opveren. Vooral wie de gloriejaren van de Rus heeft meegemaakt – grofweg van de jaren tachtig tot even na de eeuwwisseling – raakt niet uitgesproken over Mikhail Pletnevs sublieme techniek, zijn raadselachtige voorkomen, zijn zingende pianospel.

Maar al jaren is het stilletjes rondom Pletnev (Archangelsk, 1957). Actief is hij nog wel, als dirigent en pianist, maar vooral in de marge: op de grote muziekpodia wordt weinig meer van hem vernomen.

Er werd menig wenkbrauw gefronst bij zijn recentste optreden in Nederland, april vorig jaar: dat was niet bij een eersteklas orkest van hetzelfde kaliber als zijn pianospel, maar bij het kleinschalige Sinfonia Rotterdam, voor een hele Rachmaninoff-marathon.

In het Concertgebouw was Pletnev voor het laatst te gast in februari 2018, in de toenmalige serie Meesterpianisten. NRC roemde daar zijn ongeëvenaard fijnzinnige toucher. Ook Marco Riaskoff, organisator van de serie, staat het recital nog helder voor de geest, vertelt hij desgevraagd. „Het was onvoorstelbaar geniaal. Er zaten veel pianisten in de zaal, en iedereen was het erover eens: we hebben vanavond iets heel bijzonders gehoord.”

Over Pletnevs genialiteit en zijn uitzonderlijke geheugen doen veel verhalen de ronde. Op de radio zou hij eens twee Scarlatti-sonates hebben gehoord. Omdat ze hem bevielen, speelde hij ze na bij zijn eerstvolgende concert – op gehoor, zonder de bladmuziek te bestuderen. Extreem moeilijke pianobewerkingen van Schulz-Evler speelt hij zo weg, zelfs na ze twintig jaar niet aan te raken. „Hij hoort iets, en het zit in zijn systeem”, aldus Riaskoff.

Gouden standaard

Tegenwoordig staat Pletnev vaker op de concertaffiches als componist-arrangeur dan als uitvoerend musicus. Behalve als solist en dirigent geniet Pletnev faam door zijn virtuoze pianotranscripties van Russische balletten, waarin hij als geen ander de kleuren van een heel orkest weet te vangen op zwarte en witte toetsen.

Geliefd zijn met name de concertsuite naar Tsjaikovski’s Notenkraker, en de bewerking voor twee piano’s van Prokofjevs Cinderella. Van laatstgenoemde zette Pletnev in 2004 zelf de gouden standaard op cd, met Martha Argerich als duopartner.

Dat werd voorlopig zijn een-na-laatste album voor het label Deutsche Grammophon; kort erop ging hij voorlopig met zelfverklaard pianopensioen. Wel bleef hij dirigeren, vooral bij het Russisch Nationaal Orkest dat hij zelf in 1990 oprichtte als het eerste staatsonafhankelijke orkest in Rusland.

Zijn twee gastdirecties bij het Koninklijk Concertgebouworkest in 2007 en 2010, beide met uitsluitend Russische programma’s, werden voorzichtig positief ontvangen in de pers.

Kort na zijn laatste optreden bij het KCO werd Pletnev in Thailand gearresteerd op verdenking van kindermisbruik. Hem hing tot twintig jaar celstraf boven het hoofd voor verkrachting van een 14-jarige jongen. Zelf ontkende hij de aantijgingen en noemde de zaak een misverstand. Tot een veroordeling kwam het niet, de zaak werd geseponeerd.

Gedurende zijn leven ontving hij talrijke onderscheidingen van de Russische Federatie, maar lijkt er uit de gratie gevallen. In 2022 werd Pletnev, die inmiddels de Zwitserse nationaliteit heeft, ontslagen als artistiek leider van zijn eigen Russisch Nationaal Orkest. In Europa bracht hij vervolgens een nieuw orkest bijeen, deels met Russische musici in ballingschap – het Rachmaninoff International Orchestra.

https://open.spotify.com/album/04DEPwcPqUn9m3Qy4VlSx7?si=nKpFryt5Qjab6AaHBIly-g

En nu brengt zijn wonderlijk slingerende carrièrepad hem terug bij de vleugel. Voor het eerst in twintig jaar ligt er weer een soloalbum van Mikhail Pletnev bij Deutsche Grammophon, met preludes van Chopin en Skrjabin.

Zijn interpretaties klinken haast gelaten, berustend. De Skrjabin is hier minder contrastrijk dan in zijn opname uit de jaren negentig van hetzelfde werk. Maar wat óók opvalt is wat een raspianist Pletnev nog altijd is, met een prachtig gebonden klank. Zijn spel zit vol verrassende wendingen en is van een grote lichtheid – al zal zijn eigenzinnige Chopin lang niet iedereen bekoren.

Marnix Bilderbeek


Milly Scott: een opvallend temperamentvolle verschijning en een buitengewone zangeres

Wonderlijk hoe niemand eens dacht een volwaardig jazzalbum op te nemen met zangeres Milly Scott (1933). De in Den Helder geboren zangeres met Surinaamse roots zong met bekende Nederlandse jazzcombo’s en orkesten, maar op haar eigen naam is geen langspeler te vinden. Scotts bekendheid is vooral gekoppeld aan losse liedjes en optredens, en natuurlijk haar roemruchte optreden in 1966 op het Eurovisie Songfestival.

Daar moet verandering in komen, constateerde het Nederlands Jazzarchief. Er zijn fraaie opnames van Milly Scott terugvonden uit de periode 1963-1966. Het album Trouble in Mind belicht deze ‘vergeten juweel uit de Nederlandse jazz’ met maar liefst 23 liedjes die ze zong met bands als The Diamond Five, het Metropole Orkest, de bigband van Boy Edgar, het Orkest van Ruud Bos en de Dutch Swing College Band.

‘It’s All Right With Me’, een opname uit 1966 met The Diamond Five (het Amsterdamse vijftal gold jaren als het beste dat Nederland op jazzgebied te bieden had) is meteen een heerlijke binnenkomer: Scotts warm swingende stem trekt je binnen en voert je mee. In nummers als ‘Get Out Of Town’, ‘Old Devil Moon’ en ‘September Song’ toont ze groot zangvermogen. Scott laat woorden dansen tussen techniek en emotie; ze zingt met grote vrijheid.

Voor velen is dit misschien zelfs een (late) kennismaking: het hoogtepunt van Scotts roem lag in de jaren zestig. Op haar negentiende debuteerde Marion Molly met een liedje in de show bij cabaretier Toon Hermans – op zijn suggestie veranderde ze haar naam naar Milly Scott. Ze blonk uit als veelzijdig jazz-zangeres met gloeiende timbre in Amsterdamse jazzclubs met haar eigen Milly Scott Quartet. Lange tijd trad ze op in een club in Stockholm. Een aanbod van de Amerikaanse trompettist-orkestleider Quincy Jones om met zijn orkest naar Amerika mee te gaan, sloeg ze af.

Eurovisie Songfestival

Achteraf bezien stonden nog meerdere ontwikkelingen haar opmars naar de top van de jazz in de weg. Via de Nederlandse impresario Lou van Rees werd Scott vooral een vedette in de amusementsmuziek met lichtere, commerciëlere liedjes. Ze kwam veelvuldig op televisie, in shows van Willy & Willeke Alberti of het satirische Zo is het toevallig ook nog eens een keer.
De jazzliedjes op dit album komen uit een periode voordat Milly Scott in 1966 als eerste zwarte artiest ooit voor Nederland deelnam aan het Eurovisie Songfestival. Dat was geen succes, de zangeres kreeg in Luxemburg slechts twee punten. Ze moest het doen met een draak van een liedje: de rumba ‘Fernando en Felipo’, met een knullig tekstje over twee Chilenen. Dat probeerde ze ritmisch nog op te leuken met een soort jazzscat (‘tooong-ki tong ti-ki kong kong kong…’), maar het bleef ongeschikt voor het Eurovisiepodium.

Zingend en voor die tijd wild dansend van de showtrap met een handmicrofoon (!) tot ze bij twee gitaristen met sombrero’s belandde, en daarna áchterwaarts ook die trap weer op, was ze een opvallend temperamentvolle verschijning in het witte Europese liedjesconcours. Dat naast dat magere nummer ook haar donkere huidskleur meespeelde bij de puntentelling, had ze in eerste instantie niet beseft.

Maar iedereen wist wel meteen wie Milly Scott was. Ze hield er jaren werk aan over, ook als zingende actrice in musicals. De jazz doofde echter uit. En midden jaren tachtig werd ze therapeut.

Trouble in Mind kan beschouwd worden als een genoegdoening voor een buitengewone zangeres wier jazz en blues-kant helaas is ondergesneeuwd. Milly Scott was écht goed. Rita Reys had aan haar een geduchte concurrente die eerlijk gezegd net even losser zong en beweeglijker was. Scott, nu 91 jaar, nam haar plaat onlangs zelf in ontvangst. Eindelijk.

Het album (lp of cd) is te verkrijgen via het Nederlands Jazzarchief

Amanda Kuyper

De journalistieke principes van NRC
Lees het hele artikel