Dat linkerhoekje, onder in beeld. Daar is best nog ruimte voor een stijlvol logootje. Geen kijkwijzer, maar een genreaanduiding: een F als je naar fictie zit te kijken, en NF als het om non-fictie gaat. Het Sinterklaasjournaal (Zapp) krijgt dan een F en het NOS-journaal een mooie NF. Een simpele ingreep, maar wel eentje waar we een heleboel ellende mee kunnen voorkomen.
Geheel toevallig stuitte ik donderdagavond tijdens mijn talkshowronde op twee zeer illustratieve voorbeelden van wat er zónder die genreaanduiding zoal mis kan gaan. Eerst was daar Merel Westrik, die dit jaar voor de tweede keer het Sinterklaasjournaal presenteerde en daarover kwam vertellen bij Eva (AVROTROS). Jinek en Westrik zaten gemoedelijk dicht bij elkaar; op het scherm achter de twee presentatrices stond Westriks naam gespeld in grote chocoladeletters. De laatste aflevering van het Sinterklaasjournaal was net uitgezonden, de verhaallijn weer netjes afgerond. Geheel volgens traditie was het in de aanloop naar 5 december even heel spannend geweest of pakjesavond wel door zou gaan en was alles op het laatste moment toch nog goed gekomen.
Maar ondanks dat het Sinterklaasjournaal die onuitgesproken het-komt-wel-goed-belofte in haar 25-jarige bestaan altijd heeft waargemaakt, zijn er telkens weer volwassenen die die memo niet lijken te hebben ontvangen. Zij nemen dit fictieve journaal bovenmatig serieus en zijn inmiddels een eigen traditie begonnen: jaarlijks roepen dat het kinderfeest is verpest. Deze keer zou het kinderfeest verpest zijn door een aflevering waarin de Hoofdpiet (Niels van der Laan) ouders instructies gaf over hoe ze zelf pakjesavond konden organiseren, in het geval dat de Pieten niet op tijd de pakjes zouden terugvinden (die waren vanzelfsprekend weer eens kwijt).
Wat handig, kun je dan denken als ouder: nu heb ik een goed excuus als mijn kind me een keer betrapt terwijl ik een cadeautje in een schoen stop, want dan zeg ik gewoon dat ik de instructies van de Hoofdpiet aan het opvolgen ben. Op X trokken sommige volwassenen echter de moeilijk te volgen conclusie dat het Sinterklaasjournaal het geheim van Sinterklaas had verklapt. Nu heeft deze tv-columnist ongevraagd de taak op zich genomen om dit hele seizoen nog eens grondig door te spitten – ik heb niet voor niets journalistiek gestudeerd – en na dit grondige onderzoek durf ik met klem te zeggen: het Sinterklaasjournaal heeft niet aan verklappen gedaan.
Maar de woede was er al, ook omdat er noodpakketten voorkwamen in de verhaallijn van dit jaar. Het ging om grote, vrolijk ogende dozen die kinderen volgens de Hoofdpiet houvast moesten bieden als pakjesavond in de soep dreigde te draaien, maar ook dat was volgens de bezorgde burger te eng voor de jonge kijker.
Doodsbedreiging
„Ik snap dat ouders het soms spannend vinden”, zei Westrik tegen Jinek, waarna ze geduldig uitlegde hoe de makers ervan uitgaan dat je het Sinterklaasjournaal samen met je kinderen kijkt, en erover praat wanneer het spannend wordt. „Wat je alleen níét kan doen is doodsbedreigingen uiten aan het adres van de Hoofdpiet”, vervolgde ze streng. Dat was kennelijk gebeurd. De situatie was zo ernstig dat de politie eraan te pas moest komen. Creatief is dat wel: de sfeer van een kinderfeest proberen te redden met doodsbedreigingen. Als het concept van een noodpakket je al te veel lijkt voor de tere kinderziel, hoe ben je dan van plan aan je vijfjarige uit te leggen dat de Hoofdpiet ergens in een kanaal drijft?
Later op de avond zat er iemand aan een talkshowtafel die juist het grotemensenjournaal ziet als fictie: Mona Keijzer. Bij Pauw & De Wit (BNNVARA) vroeg Tim de Wit haar naar de tweet die ze vorige week verstuurde. De NOS had toen net aangekondigd het sociale medium van Elon Musk te zullen verlaten. Op een X-gebruiker die zich afvroeg „wie hier dan voortaan de beslist betrouwbare informatie van het Ministerie van Gezondheid van Hamas letterlijk moet overtikken”, reageerde Keijzer met: „Dat blijven ze doen. Ze krijgen hier alleen geen weerwoord meer. Lekker rustig ;)”.
Hoe keek ze nou op die tweet terug, vroeg De Wit. Had Keijzer spijt? Had ze echt geloofd wat ze daar zei? Een zinvol gesprek leverde het niet op, want de demissionair vicepremier was zo verontwaardigd over het idee dat er consequenties zaten aan haar acties, dat ze spontaan vergat hoe taal ook alweer werkt.
„Hier staat een zin en ik antwoord daarop zoals ik gedaan heb”, zei Keijzer. En: „Ik heb hier gewoon niet zo veel meer over te zeggen, omdat ik daarover gezegd heb wat ik gezegd heb.” En: „Blijkbaar vindt de ha-… vindt de NOS hier wat van. Nou, dan moeten ze me misschien eens een keertje vragen wat ze daarvan vinden.”
Wat dat allemaal betekent weet ik niet zo goed. De rest van de talkshowtafel geloof ik ook niet; de frustratie viel van ieders gezicht af te lezen. Toen De Wit uiteindelijk maar overschakelde naar het volgende onderwerp, was op de achtergrond te horen hoe advocaat Carry Knoops zachtjes iets tegen de demissionair vicepremier zei. „Hm?”, deed Keijzer. Knoops herhaalde: „Als je het schrijft, dan meen je toch?” „Ja”, zuchtte Keijzer afwezig. Misschien weet ze het zelf ook niet meer zeker. Fictie en non-fictie liggen soms dicht bij elkaar.
Waarom je NRC kan vertrouwen


/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/12/05213732/051225SPO_2025919021_2.jpg)
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/12/05205928/051225VER_2026192352_.jpg)






English (US) ·