De Duitse bondskanselier Friedrich Merz (CDU) wenste een „absolute meerderheid” voor het pensioenpakket van zijn coalitie van CDU/CSU en SPD: minstens 316 van de 630 zetels, ongeacht het aantal stemmers. Daarmee zette Merz hoog in, want binnen zijn eigen partij heerste felle weerstand tegen de pensioenplannen van de regering. Achttien jongere CDU-parlementariërs waren het fundamenteel oneens met het wetsvoorstel. Een aantal van hen is vrijdagmiddag gezwicht voor de hoge druk die de partijtop de afgelopen dagen uitoefende: uiteindelijk stemden 319 Bondsdagleden voor de wet. De coalitie heeft 328 zetels, dus hebben maar negen tegenstanders voet bij stuk gehouden.
Voor Merz en voor CDU/CSU-fractievoorzitter Jens Spahn is dit belangrijke winst, want het was de afgelopen dagen duidelijk dat de eigen partijgenoten inhoudelijk niet konden worden overtuigd en ook voor argumenten over fractiediscipline maar beperkt vatbaar waren. De autoriteit en de overtuigingskracht van Merz en Spahn binnen de fractie houdt niet over, zo bleek.
Voor de jonge CDU’ers was het wetsvoorstel onverteerbaar duur. In de wet wordt vastgelegd dat de pensioenen tot en met 2031 meegroeien met de stijgende lonen in Duitsland. Daardoor zal het pensioen van iemand die altijd precies gemiddeld heeft verdiend 48 procent van het huidige gemiddelde loon zijn. Omdat het pensioen dan relatief hoog is in 2031, kost het voorstel ook tussen 2032 en 2040 nog eens 111 miljard euro, die op de jaarlijkse begroting terechtkomen. Volgens de CDU-dissidenten kan Duitsland zich dat niet veroorloven.
Lees ook
Met pizza en wijn probeert CDU van kanselier Merz pensioenruzie te voorkomen
Rentenrebellen
Pascal Reddig, de voorzitter van de achttien „Rentenrebellen” —pensioenrebellen — zoals de tegenstanders in de Duitse media werden genoemd, zei vrijdag in de Bondsdag: „Het voorstel gaat tegen al mijn principes in.” Volgens Reddig zetten de extra kosten de begrotingen in de jaren 2030 op slot, en hebben regeringen straks geen ruimte voor investeringen. Reddig eiste dat er nog in deze regeerperiode een duidelijke en rigoureuze hervorming van het pensioenstelsel komt. Met die belofte probeerden Merz en Spahn in de laatste dagen ook hun partijgenoten te apaiseren.
Naast de stabilisering van het pensioen wordt in het voorstel vastgelegd dat de Mütterrente wordt verhoogd met zo’n 20 euro per maand. Deze maandelijkse toeslag op de aow geldt voor vrouwen die vóór 1992 een kind kregen. Het kost de overheid 5 miljard euro per jaar. Ook is afgesproken dat mensen die na de pensioenleeftijd doorwerken een belastingvoordeel krijgen.
In Duitsland zijn zo’n 21 miljoen gepensioneerden, en door de vergrijzing worden dat er steeds meer. Werknemers en werkgevers moeten voor dat groeiende aantal mensen de pensioenen betalen, waardoor het huidige stelsel volgens veel economen niet houdbaar is.
Die Linke, de socialistische partij die voortkomt uit de DDR-regeringspartij SED, stemde blanco, en had Merz aan een eenvoudige meerderheid kunnen helpen. De partij vindt de 48 procent die is afgesproken (van het gemiddelde loon voor een gemiddeld pensioen) het „absolute minimum”, maar beter dan helemaal geen stabilisering van het pensioen.
De wettelijke pensioenen in Duitsland zijn afhankelijk van het inkomen gedurende het werkende leven, waardoor mensen die weinig verdienden vaak rond de armoedegrens uitkomen als ze oud zijn. Van het huidige wetsvoorstel profiteert percentueel iedereen evenveel, maar mensen met een laag pensioen het minst.
De journalistieke principes van NRC


/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/12/05213732/051225SPO_2025919021_2.jpg)
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/12/05205928/051225VER_2026192352_.jpg)






English (US) ·